In De religie van het zuivere vierkant ontleedt Bernard Hulsman het ideaal van een absoluut zuivere wereld dat Nederlandse en Russische avant-gardisten als Piet Mondriaan, Kazimir Malevitsj, Piet Zwart, El Lissitzky en Theo van Doesburg met elkaar deelden. Zij zagen het vierkant als het symbool van hun zuiverheidsreligie, die de mens moest verlossen van zijn individualiteit en ‘volkomen’ zou maken. Zuivere kunst, zuivere vormgeving, zuivere architectuur en zuivere steden zouden van de wereld ‘een aards paradijs’ maken waar de Nieuwe Mens gelukkig zou zijn, voorspelde Mondriaan.
Maar die utopie van een zuivere wereld heeft ook een donkere kant. In Stalins Sovjet-Unie leidde de creatie van de Nieuwe Mens niet tot een aards paradijs, maar tot een hel op aarde. De communistische poging om de mensheid te verlossen van uitbuiting en onderdrukking, waaraan onder anderen architect Mart Stam en cineast Joris Ivens enthousiast meewerkten, mondde uit in massaterreur die de geschiedenis is ingegaan als de Grote Zuivering.
De religie van het zuivere vierkant is een meeslepende en indringende zoektocht naar de ziel van het modernisme die laat zien hoe het menselijke verlangen naar zuiverheid en volmaaktheid leidt tot een onmenselijke wereld.