Hendrik De Man (1885-1953), onbegrepen held, naïeve idealist, arrogante machtsmens? Omstreden? Vast en zeker.
Als tiener uit een begenadigd Antwerps milieu koos hij voor het socialisme, aangetrokken door de belofte van een rechtvaardigere samenleving. In Gent raakte hij in de ban van het marxisme, ontmoette hij Edward Anseele en ontpopte zich tot een strijder tegen militarisme. Zijn pad bracht hem naar Duitsland, waar hij in contact kwam met Rosa Luxemburg, Karl Liebknecht en Karl Kautsky, en later naar de VS. De antimilitarist meldde zich in augustus 1914 als oorlogsvrijwilliger, en hield van het soldatenleven.
Hij zocht naar een socialisme dat niet enkel economisch maar ook cultureel en psychologisch was, en pleitte voor een socialistische ethiek. De ongelovige werkte samen met religieus-socialisten.
Met zijn Plan van de Arbeid uit 1933 bood hij een Belgische New Deal, een blauwdruk voor werkgelegenheid, sociale zekerheid en een gemengde economie.
Als tegenstander van het Hitler-regime begroette hij de bezetter in 1940. Na de oorlog werd hij veroordeeld en eindigde hij in armoede en ballingschap.
Dit boek vertelt het meeslepende, turbulente en tragische verhaal van een man die laveerde tussen hoop en illusie, strijd en compromis. Wie was De Man écht: visionair hervormer, dwaallicht of miskend denker? Dit boek nodigt uit om te herlezen wat we dachten te weten, en zet de lezer op het puntje van de stoel.