Dit boek biedt een diepgaande analyse van de mogelijkheden voor partijen die vermogen zijn kwijtgeraakt aan een insolvente schuldenaar om derden aan te spreken op grond van ongerechtvaardigde verrijking of om bijzondere aanspraken op de failliete boedel geldend te maken. Het boek onderzoekt de omstandigheden waaronder een verarmde schuldeiser de verrijkte schuldeiser kan aanspreken, zowel binnen als buiten faillissement.