Dit Akathist van dankzegging werd geschreven door een onbekende priester in een Russisch concentratiekamp. Gedurende zijn lijden en opsluiting, maakte deze priester gebruik van het gebed als middel om dichter bij de Heilige Drie-eenheid te komen, zijn liefde te ervaren, en zijn dankbaarheid te uiten. De tekst werd uit het kamp gesmokkeld en openbaar gemaakt in 1935 in Odessa.
In deze lofzang dankt de priester God voor de schoonheid van de natuur, de overvloed aan zegeningen en voor de voortdurende aanwezigheid van de Heilige Drie-eenheid in zijn leven, zelfs in de moeilijkste momenten. Het gebed is een eerbetoon aan Gods alomtegenwoordige zorg, van de wonderen van de schepping tot de innerlijke vrede die Hij schenkt aan de gelovige ziel. De woorden van dit Akathist bieden zowel troost als inspiratie voor iedereen die op zoek is naar een dieper begrip van Gods liefde en een leven van voortdurende dankbaarheid.