De moeder van Ari en de vader van Loek zijn verliefd op elkaar en hebben besloten samen in één huis te gaan wonen. Nu zijn ze volgens Loek een ‘samengezin’. Ben je dan een beetje zus en een beetje broer van elkaar?

Wie mag er boven in het stapelbed slapen? En kun je een cavia eigenlijk delen?

'Hier zijn Ari en Loek' is een bundel eigentijdse voorleesverhalen voor alle beetje-broers en hele zussen. En voor bonusvaders, helemaal-moeders, plus-tantes, echte ooms, gekke opa’s en zachte ...

Guus pakt Ari bij haar arm. Niet erg hard, maar toch. ‘Je moet wel luisteren. Net als Loek.’

‘Maar jij bent zíjn papa,’ zegt Ari. ‘Niet de mijne.’

Guus denkt even na. ‘Maar ik vul je trommel, breng je naar school en haal je weer op. Ik plak pleisters en ik kook. Ik ben niet je vader. Maar ik ben wel je Guus. En iedereen weet, naar je Guus moet je luisteren.’

En Ari weet dat dus ook. In het samengezin, waar zij met haar beetje-broer Loek woont, is iedereen inmiddels gewend aan...

Bor spiekt door de spleetjes van zijn ogen. Daar staat papa, de wakkere wekker. ‘Opstaan nu,’ toetert de vrolijke trompet. ‘Het circus van de dag begint!’

Maar Bor blijft liggen. Hij wil zich niet haasten. Dat maakt dat er in zijn buik een dwarsliggertje groeit, met twee handjes en vier tandjes en een mond van oor tot oor.

Dat is het mannetje van Moet en Door.

Een boek over de drukte van alledag. Voor kinderen zonder haast en voor ouders met, vanaf 5 jaar.