Nonkel Fillemon is dood! En Jef Patat is eigenlijk vijf aliens! En juffrouw Pussy is verliefd op Urbanus. Maar juffrouw Pussy is eigenlijk wel meester Pussy. Wat is er aan de hand in Tollembeek? En klopt de roddel dat de echte vader van Urbanus eigenlijk meneer Pastoor is?!

Eufrazie betrapt Cesar wanneer hij buitenkomt bij Wulpse Zulma. Ze is razend en legt hem aan de leugendetector. Ah zo, meneer beweert dat hij klinken is gaan repareren... Maar, de leugendetector geeft hem wel gelijk! Verwarring! En intussen loopt die valse Urbakaïn ook nog eens dubbelganger te zijn van Urbanus. Nog meer verwarring! Hier zijn drastische maatregels nodig...

De ouders van Urbanus zijn de kluts kwijt. Eufrazie denkt dat ze een inbreekster uit het oude Egypte is en Cesar lust geen bier meer. Sterker nog, hij wordt plots een gerespecteerd therapeut! Urbanus krijgt geen aandacht meer en voelt zich eenzaam. Er zit niks anders op dan een sluw plannetje te bedenken om zijn echte ouders terug te krijgen.

De duivels in de hel vervelen zich te pletter! De mensen zijn te braaf geworden en er zijn geen stoute zielen meer om te folteren. De advocaat van de duivel koopt de ziel van Urbanus, dan hebben ze zeker genoeg werk voor een paar weken. Als ze daar hun gat maar niet aan verbranden...

Urbanus is te grappig. Echt waar, het is tragisch, maar het is zo. Door zijn mopjes is Tommeke Titelbroeck, een klasgenootje, ten prooi gevallen aan het gevaarlijke lachsyndroom. Urbanus wordt veroordeeld tot een levenslang grapjesmaakverbod en hij voelt zich daarbij doodongelukkig. Letterlijk zelfs...