Beer vraagt zich af: ‘Waar zijn de andere dieren?’ ‘Naar de stad verhuisd,’ legt Havik uit. ‘Daar zijn warme holen, lekker eten en vooral: geen jagers!’ Dus gaat Beer ook naar de stad. Maar als de andere dieren hem zien, willen ze zo snel mogelijk van hem af: ‘Beer brengt ons in gevaar! De mensen worden bang en gaan de jagers halen!’ Ze besluiten Beer in de dierentuin achter te laten. Maar dan moeten ze hem eerst wel zien te vangen…

Beer en zijn vrienden zijn terug in het bos. Ze zijn blij dat ze weer in hun eigen hol kunnen slapen. Behalve Bever, die een nieuw huis wil bouwen en droomt over puntdaken, grote ramen en balkons op het zuiden. Het kan hem niets schelen dat hij het halve bos kapt en de holen van zijn vrienden onder water zet. Het belangrijkste is dat zijn huis heel groot en heel mooi wordt. Beer, Das en Vos moeten iets verzinnen. En snel ook!