Kreek Daey Ouwens (Lindenheuvel, 1942) debuteerde in 1991 met Stokkevingers, een bundel verhalen en gedichten. In 1995 verscheen Tegen de kippen en de haan, in 2004 Kinderbed en in 2009 De achterkant, dat genomineerd werd voor de VSB Poëzieprijs 2009-2010. Haar poëzie is onmiddellijk herkenbaar dankzij de fijnzinnige manier van formuleren:Ik probeerde

nergens aan te denken, maar er waren te

veel dingen waar ik niet aan wilde denken.www.gedichtvoorelkedag.nl

In Oefening in het alleenlopen zien we de wereld beurtelings door de ogen van een jong meisje en door die van een jonge vrouw. Haar verbeeldingskracht is groot, haar levenslust misschien nog groter. Maar haar wereld wordt bepaald door onverteerde geschillen, onvertelde verhalen en onbevredigde verlangens. In haar bedrieglijk naïeve observaties legt zij, tot haar eigen grote schrik, een ondraaglijke geschiedenis bloot.