Alex moet bij de Helvetiërs het volk voor de Romeinse zaak winnen. Het wordt geen plezierreisje voor de zendeling van Caesar. Alex wordt op zijn missie bijgestaan door nieuwe gezellen: de jonge Lucius, zoon van een vriend van Caesar, en Audania. Zij moeten hem helpen vrede te brengen in de regio waar eerder de Gallische oorlog was ontstaan. Oude wrok en spoken uit het verleden duiken weer op en de nieuwe verbonden komen onder druk te staan.

23 december 1955. Na zijn confrontatie met de ?Meester van het Atoom?, ziet Guy Lefranc zijn vriend, inspecteur Renard, terug in een mijndorpje tussen Lens en Marchiennes, in het steenkoolbekken van Nord-Pas-de-Calais. De journalist brengt verslag uit van een dramatische gebeurtenis: een wanhopige poging om mijnwerkers te redden

Alex is op bezoek bij zijn nicht Tullia. Daar ontmoet hij een gladiator met een bewogen verleden. Hij schijnt bovendien over bijzonder krachten te beschikken. Alex nieuwsgierigheid en onrechtvaardigheidsgevoel zijn geprikkeld en hij begint het leven van de man uit te pluizen. Om het lot van de dappere held om te buigen, waagt hij zich tot diep in de catacomben. Maar daar leert hij door scha en schande dat het lot van een man gestuurd wordt door krachten die hem ver te boven gaan.

Rome bereidt zich voor op een burgeroorlog. Caesar stuurt Alex naar de invloedrijke Cicero om hem aan hun kant te krijgen. Maar ook Pompeius gebruikt zijn invloed en die rijkt tot bij de meest trouwe medewerkers van Caesar. Enkele verraders profiteren van de afwezigheid van Alex: ze willen misbruik maken van Enak om hun verschrikkelijke plannen te verwezenlijken. Slaagt Alex erin om zijn missie tot een goed einde te brengen en zijn boezemvriend te redden?