Deze vijftig door John Bovendeert geselecteerde en door hem naar het Heerlens dialect (Heëlesj) vertaalde canciones, cantos en cassidas van Féderico García Lorca (1898-1936) geven een beeld van de lichtvoetige dichtkunst van deze Spaanse dichter. Een uniek en fraai beeld, omdat hier blijkt dat Bovendeerts Limburgse vertalingen zich uitstekend lenen om de sfeer van Lorca’s Andalusische muzikaliteit weer te geven. Bij declamatie van deze “LorcaLeedjes” in het zo klankrijke Limburgse d...

Harrie Sevriens observeert de wereld om zich heen scherp en legt dat vast in aforistische en humorvolle versjes. De verkleinvorm is hier absoluut niet denigrerend: juist in de beperking van ruimte ligt de kracht en de zeggingskracht van deze gedichten. Bovendien is er een zeer gezonde vorm zelfspot aanwezig. Wie zichzelf kan relativeren, kijkt verder dan zijn neus lang is:

Prietpraat

Ook

deze

gek

kletst

vaak

schaamteloos

uit

zijn

nek

Wie wil er niet nog meer?