In de Koemvallei lieten dwergen ooit trollen in een gemene hinderlaag lopen, of andersom, afhankelijk van je ethnische invalshoek. Allemaal heel lang geleden en ver weg.

Dan wordt er in Ankh-Meurbork een dwerg dood gevonden, met naast zijn ingeslagen schedel een trolse knots. En als Commandeur van de Stadswacht Douwe Flinx er niet bliksemsnel in slaagt de moord op te lossen, wordt die oude veldslag weldra in zijn eigen stad nog eens dunnetjes overgedaan. De bijlen worden al geslepen en de kno...

De boot was ergens op vastgelopen. ‘Lijkt wel een… kip, pa!’ ‘Kippen kunnen toch niet zwemmen!’ ‘Deze is van ijzer, pa!’ Pa rende naar achterin de boot. Het was een kip, en van ijzer. Hij was overdekt met schelpen en zeewier en het zeewater droop eraf terwijl hij omhoogrees tegen de sterren. En hij stond op een kruisvormig staketsel. Etnische spanningen leiden tot een oorlog die maar niet wil lukken. Een eiland rijst op uit zee – van wie is het? Dondert niet, Eigen Volk Eerst!...

‘Wat je weten moet, meidje’, zei Ootje Nack, ‘is dat ze behalve een grote eggo ook nog een spiecholologie heeft.’

‘Hoezo een spiecholologie?’ zei Magraat. ‘Heb je soms een boek gelezen?’

Ootje deed of ze het niet hoorde. ‘Nou moet je opletten,’ zei ze. ‘Zo dadelijk gaat ze vast zachtjes van “tsj-tsj”. Dat komt altijd na dat orengepeuter. Door de bank wil dat zeggen dat ze wat zit uit te broeden.’

Zorgen dat een dienstmeisje nou eens niet met een prins trouwt moet v...

‘Ik was je daar eventjes kwijt,’ zei Lijzak.

‘Wat zei je?’

IK BIED DIE ZOON VAN JOU EEN BETREKKING AAN, zei de Dood.

‘Wat was ook weer je vak?’

IK LAAT ZIELEN BINNEN IN DE WERELD AAN GENE ZIJDE, zei de Dood.

‘Ach,’ zei Lijzak, ‘natuurlijk, had ik ook wel kunnen raden met die kleren. Nuttig werk zeker, veel vastigheid ook.’

Tot verdriet van zijn vader kan de dromerige bonenstaak Dunne Hein eigenlijk helemaal niks. Gelukkig wil de Dood hem wel in de leer nemen. Maar zulk wer...

Banking and Finance in Ankh-Meurbork. Dit keer is Pratchetts lachspiegel wel erg actueel! Weer krijgt Feucht von Lippvacht een aanbod dat hij niet kan weigeren. De Patriciër wil hem de Koninklijke Munt laten bestieren, en daarnaast ook de Ankh-Meurborkse Bank. Een geweldige baan! Maar dat geweld kon wel eens gevaarlijk dichtbij komen... Feucht weet niets van bankieren; voor hem was een bank louter iets om te beroven, en geld iets om te vervalsen. De Koninklijke Munt blijkt met verlies te dra...

‘Wat is het hier kaal,’ zei Conina.

‘Wat ik maar niet begrijp,’ zei Niezel, ‘als wij nu in het lampje zitten dat ik vastheb, dan moet de ik in het lampje weer een kleiner lampje hebben waarin weer een —’

De djinn wuifde dringend. ‘Niet over praten!’ commandeerde hij. ‘Alsjeblieft.’

Weer is het Rinzwind, de hopeloze tovenaar, die met tegenzin opdraaft om de schijf te redden. Hij moet voorkomen dat de hoed van de Aartskanselier terechtkomt op het hoofd van de achtste zoon ...

Rinzwind deed zijn ogen open.

‘Wat ben jij voor iets?’ zei een stem aan het randje van zijn bewustzijn.

‘Zover was ik zelf nou ook net,’ mompelde Rinzwind.

‘Ik waarschuw je, hoor,’ zei de stem die wel van een tafel leek te komen. ‘Ik word beschermd door vele machtige amuletten.’

‘Bravo,’ zei Rinzwind. ‘Werd ik dat maar.’

Erik is de enige bezweringenhacker op de hele Schijfwereld. Al wat hij wil is de vervulling van drie wensjes — onsterfelijk zijn, heersen over de we...

Het is een zwoele Midzomeravond. Er zijn overal van die oogstkringen opgedoken — zelfs in het lapje tuinkers van de vierjarige Poetie Nack. Morgenochtend gaat Magraat Knophlox, heks, met de koning trouwen. Dat zou toch een droom moeten wezen. Zelfs Casanonda, ’s werelds grootste minnaar op één na, is helemaal uit Waarland gekomen voor de bruiloft, zij het eigenlijk ook wel een beetje om Ootje Nack weer eens te zien. Dan laten de dronken klompendansers van Lankhr de Elfen los — reuzede...

De Schijfwereld dreigt in botsing te komen met een kwaadaardige rode ster en er is maar één persoon die redding kan brengen. Helaas is dat Rinzwind, de stunteltovenaar die we het laatst hebben gezien toen hij over de rand van de wereld viel…

Met Cohen de Barbaar, benevens een kaartspel tussen Dood, Oorlog, Honger en Pestilentie, en met een kunstgebit. En — laten we vooral niet vergeten met ‘zwervende’ winkels, zoals die van Steelpan, Wang, IJrzle!ijt, Stoethaspel, Omluyd en Kners.

P...

Er zat iemand op de stoel. Met een kind op zijn knie. Maar wel een raar iemand, onder dat rode pak. Een knokig iemand, met holle oogkassen en een valse baard. WAT WIL JIJ VOOR JE BEREWAAKSAVOND, KLEIN MENSJE?

Waar is de echte gebleven? Waarom komt de Dood door de schoorsteen gekropen? De dag voor Berewaak is dit jaar nog donkerder dan anders. Kan Suzan, de kinderjuf die nooit griezelt, ervoor zorgen dat de zon morgen weer opgaat?