« terug naar alle interviews

Interview Niko Roorda

U bent al lange tijd werkzaam in het vakgebied van ESD, SD en MVO. Inmiddels heeft u al diverse boeken geschreven over Duurzame ontwikkeling. Kunt u ons wat vertellen over uzelf en uw carrière tot nu toe?

Na tien jaar docentschap wis- en natuurkunde, eerst voor havo en vwo, daarna in het hbo, begon ik in 1991 aan mijn werk voor duurzame ontwikkeling. Mijn eerste taak was het ontwerpen en opstarten van een BSc-opleiding Duurzame Technologie. Pas later werd mij duidelijk hoezeer dat pionierswerk was: dit was de eerste opleiding voor duurzaamheid in de hele wereld.
Na zeven jaar de opleidingsmanager geweest te zijn, nam ik in 1998 het initiatief voor een project dat evenzeer pionierswerk was, toentertijd uniek in de wereld: een omvangrijk project om duurzaamheid in bestaande BSc-opleidingen te integreren. Dat project liep, met veel steun van overheden, bedrijven en de Hbo-raad, tot 2003.
In de tussentijd was ik een van de oprichters van een samenwerking van hogescholen en universiteiten, waaruit de Stichting Duurzaam Hoger Onderwijs (DHO) ontstond. Namens DHO reisde ik vanaf 2000 gedurende zo’n tien jaar als consultant naar tientallen hogescholen en universiteiten in Nederland en Vlaanderen, later ook in andere landen, waar ik strategisch advies gaf aan Colleges van Bestuur en faculteitsmanagers, coaching gaf aan opleidingsmanagers en cursussen verzorgde voor docenten. In die jaren werd ik in zo’n twintig landen gevraagd als spreker tijdens conferenties over Onderwijs voor Duurzame Ontwikkeling (ESD). Na het einde van DHO ging ik verder met mijn werk als consultant, en dat doe ik nog steeds, al ben ik nu 70 jaar: de missie gaat verder, de passie blijft.
In 2010 behaalde ik, na mijn BSc Sterrenkunde (1976) en mijn MSc in Theoretische Natuurkunde en Filosofie van de Wetenschap (1981), mijn doctorstitel op basis van mijn ESD-praktijkonderzoek gedurende bijna twintig jaar.
In de jaren rond 2003 kreeg ik van docenten overal in Nederland regelmatig de vraag, of er misschien een studieboek over duurzaamheid was. Mijn onderzoek wees uit dat zoiets niet bestond, althans niet in het Nederlands, Engels of Duits, en dus ben ik dat boek zelf maar gaan schrijven, met hulp en feedback van zo’n honderd experts, docenten, studenten en vertegenwoordigers van organisaties voor natuur, milieu en mensenrechten. Dat was opnieuw pionierswerk dat nog door niemand anders gedaan werd.
Zo kwam in 2005 het eerste Basisboek Duurzame Ontwikkeling uit bij Noordhoff. Nu, in 2025, is de vijfde Nederlandse editie verschenen, tegelijk met de vierde Engelse editie (Fundamentals of Sustainable Development, uitgegeven door Routledge) en de tweede Duitse editie (Grundlagen der nachhaltigen Entwicklung, een uitgave van Springer Verlag). De drie edities zijn, op de taal na, volstrekt identiek en kunnen dus naast elkaar binnen één klas gebruikt worden. Het boek is inmiddels bestudeerd door ergens tussen 60.000 en 100.000 studenten, docenten en andere professionals. Het is honderden malen gebruikt als bron voor wetenschappelijke boeken en artikelen.Intussen schreef ik ook andere boeken, gemiddeld één boek per jaar. Daar zijn meerdere studieboeken bij voor hoger onderwijs en wetenschap, waaronder De Zeven Competenties van de Duurzame Professional (2015) en The Seven Competences of the Sustainable Professional (2018); en Omniconomie (2021), in het Engels Omniconomics (2022).
Ik heb veel waardering voor mijn werk ontvangen. In 2001 werd mij de Nationale VROM-prijs voor Innovatie en Duurzame Ontwikkeling toegekend. In 2018 werd ik door Leren voor Morgen gekozen tot Duurzame Docent van het Jaar in de categorie Hoger Onderwijs. En begin 2025 werd er een bijzonder symposium georganiseerd ter gelegenheid van de lancering van het nieuwe Basisboek Duurzame Ontwikkeling.


Welke veranderingen in het vakgebied maakten een nieuwe druk noodzakelijk?

Duurzame ontwikkeling maakt een zeer snelle groei door. Waar ik in het eerste decennium van deze eeuw vaak nog moest uitleggen wat duurzame ontwikkeling is, en waarom dat relevant zou zijn voor het hoger onderwijs, is duurzaamheid inmiddels doorgebroken als een nieuw paradigma: voor overheden, ondernemingen, burgers en gelukkig ook het onderwijs.
Ik geef één voorbeeld van het ingrijpende veranderproces: de SDG’s, de Sustainable Development Goals. Vrijwel iedereen kent ze tegenwoordig, maar ze zijn pas in 2015 tot stand gekomen, in het jaar waarin van het Basisboek Duurzame Ontwikkeling al de derde editie uitkwam. Ik heb toen nog op het laatste moment, dankzij wat flexibiliteit van uitgeverij Noordhoff, hier en daar wat elementen van de SDG’s in het boek kunnen opnemen. Pas bij de vierde editie van 2020 kon ik deze duurzaamheidsdoelen meer systematisch in het boek verwerken.

Het boek is inmiddels bestudeerd door ergens tussen 60.000 en 100.000 studenten, docenten en andere professionals.

Wat zijn de belangrijkste verbeteringen of toevoegingen in deze nieuwe editie ten opzichte van de vorige?

In 2022 kreeg ik alweer het verzoek van Noordhoff voor een volgende editie. Dat verzoek werd spoedig ondersteund door Routledge en door Springer, en toen was “nee” eenvoudig geen antwoord meer. Ik besefte dat ik aan een enorme klus begon, want na vier edities kon ik niet, zoals voorheen, de oude editie als uitgangspunt gebruiken: in twintig jaar was er gewoon te veel veranderd, niet alleen met betrekking tot duurzaamheid, maar ook in de internationale politiek en economie, en zeker ook in het hoger onderwijs. En dus is de vijfde editie van het Basisboek van kaft tot kaft geheel opnieuw geschreven. Met een nieuwe structuur, en deels ook met nieuwe doelen en thema’s.
In de nieuwe editie onderscheid ik drie rode draden. Een ervan heeft betrekking op duurzaamheid op de korte termijn. Dat gaat vooral over de SDG’s, die wereldwijd werden overeengekomen voor slechts vijftien jaar en dus in 2030 alweer zijn afgelopen. De SDG’s spelen een hoofdrol in bijna ieder hoofdstuk, steeds met directe verwijzingen. De tweede rode draad staat daar tegenover, en betreft duurzaamheid op de lange termijn, door middel van transities: grootschalig herontwerp van internationale structuren gebaseerd op innovatieve manieren van denken: nieuwe paradigma’s. De Europese Green Deal is daarvan een voorbeeld.
De derde rode draad gaat over de overgang, in de loop van het boek, van feiten naar emoties. Het spreekt vanzelf dat het boek een enorme hoeveelheid informatie moet bieden, want duurzaamheid is een uiterst complex geheel van onderwerpen. Dus een van de taken van het boek is, om studenten van iedere denkbare discipline – denk aan economie & management, technologie, sociale opleidingen, groen, kunst, lerarenopleidingen en meer – goed op de hoogte te brengen van de diverse aspecten en ontwikkelingen. Dat doet het boek op een zeer leesbare manier: de vorige edities werden geroemd om het feit dat het boek “leest als een roman, of misschien eerder als een thriller”.
Maar meer dan voorheen bouwt de nieuwe editie voort op de geboden informatie, door in te gaan op manieren om daarmee emotioneel om te gaan. Dus op angsten of zelfs wanhoop, die sommige lezers zouden kunnen ervaren, maar ook op hoop, op inspiratie en op professionaliteit. Het boek stimuleert de lezers om te dromen van een mooie toekomst voor de mens en onze planeet, en vervolgens om die dromen om te zetten in concrete actie. Voor dat doel bied ik in het slothoofdstuk een handelingsperspectief, met behulp waarvan lezers hun eigen ambities kunnen bepalen: als burger en als consument, maar vooral ook als professional of student.


Op welke manier heeft uw eigen werkervaring het schrijfproces beïnvloed?

Ik heb veel gehad aan de gastcolleges en presentaties die ik door de jaren heen heb verzorgd. Eén zo’n gastcollege, in Florida in 2017, kun je in zijn geheel vinden op YouTube. In veel gevallen spreek ik tijdens of na zo’n evenement met studenten, docenten en anderen, en dat geeft me zeer waardevolle feedback, en steeds weer nieuwe inzichten in hun persoonlijke beleving. Hun vragen en opmerkingen vinden vervolgens vaak hun weg naar mijn nieuwe boeken.
Datzelfde gebeurt ook met de gesprekken die ik met docenten voer tijdens de cursussen die ik in de loop van de jaren heb gegeven. Nieuwe cursussen zijn inmiddels gepland, een in juni en een in het komend najaar. Ik sta nog steeds van harte open voor nieuwe cursusverzoeken, bijvoorbeeld voor docententeams van hogescholen, roc’s of universiteiten; liefst vanzelfsprekend met behulp van mijn nieuwe Basisboek.

Wat is de wijze waarop de onderwerpen die in uw boek behandeld worden, zijn geselecteerd?

De onderwerpen zijn afgeleid uit het doel van het boek en de uit de doelgroepen. De voornaamste doelgroep bestaat uit studenten in alle sectoren van hogescholen en universiteiten, plus docenten en bestuurders in elk type onderwijs, van basisschool tot universiteit, onder meer voor bij- en nascholing t.b.v. onderwijsontwikkeling en -uitvoering. Verder is het boek bedoeld voor wetenschappelijk onderzoekers en voor andere professionals in iedere branche: commerciële bedrijven, overheden, zorginstellingen, etc., die zich in hun werk willen inzetten voor duurzaamheid.
Het boek biedt dan ook een brede introductie van duurzame ontwikkeling vanuit een balans tussen people - planet - profit. Een groot aantal thema's wordt behandeld, niet als losse onderwerpen maar steeds in hun onderlinge samenhang. Om de theorie concreet te maken, ondersteun ik de theorie met tal van praktijkvoorbeelden en illustraties.


Informatie veroudert snel, iets wat nu relevant is kan morgen achterhaald zijn. Hoe heeft u ervoor gezorgd dat alle informatie actueel en relevant is voor het vakgebied?

In de loop van het schrijfproces van de nieuwe editie, gedurende drie jaren, heb ik letterlijk duizenden boeken, wetenschappelijke artikelen en nieuwsberichten geraadpleegd. Ruim 1200 daarvan heb ik uiteindelijk daadwerkelijk als bron toegepast, je kunt ze vinden in de online bibliografie. Ook nu nog, nu het boek in zijn drie taaledities verschenen is, voeg ik daar regelmatig nieuwe bronnen aan toe, zodat de literatuur up-to-date blijft, ook in de komende jaren. Zeker in een tijd van ‘alternatieve feiten’ is dat van levensbelang.
Daarnaast heb ik ten behoeve van de structuur en de inhoud van het boek opnieuw tal van gesprekken gevoerd met experts en docenten.
Teneinde de leesbaarheid van het boek maximaal te versterken, heb ik tal van wetenschappelijke, economische, juridische en technologische details uit de hoofdtekst weggelaten, en ze in plaats daarvan opgenomen in een lange lijst van eindnoten die online beschikbaar is; vanuit de hoofdstukken wordt daar voortdurend naar verwezen. Ook deze eindnoten blijf ik in de komende jaren bijwerken.


In uw boek gaat het vaak over people, planet en profit/prosperity. Hoe kunnen studenten deze theorie efficiënt toepassen?

In de beginhoofdstukken vertel ik dat deze Triple P een prettige en inzichtelijke indeling biedt, maar niet absoluut is, en niet overal even goed toepasbaar. De hoofdstukken 7, 8 en 9 zijn elk aan een van de drie P’s gewijd. Maar in alle hoofdstukken benadruk ik hoe belangrijk het is dat deze drie hoofdthema’s niet afzonderlijk worden bestudeerd maar altijd in hun onderlinge samenhang, gericht op een gezonde balans daartussen, aangezien ze deel uitmaken van één uiterst complex wereldwijd systeem, bestaande uit de natuur en de daarin ingebedde menselijke samenleving. Een voorbeeld daarvan is de behandeling van systeemgrenzen van onze planeet, die voor het merendeel nu reeds flink overschreden zijn.
Deze wereldwijde vervlechting leg ik uit in hoofdstuk 5, voorafgegaan door een hoofdstuk over de wijze waarop de huidige wereld in de afgelopen eeuwen tot stand is gekomen. Vervolgens vertel ik in de slothoofdstukken over het huidige tijdperk: het Antropoceen, en daar ga ik in op beschouwelijke vragen zoals: van wie is Planeet Aarde, en: wat is de plaats van de Mens in de natuur? Voor een studieboek is dat misschien gewaagd, maar ik dring geen standpunten op aan de lezer: ik bied voldoende kennis en informatie om de lezer in staat te stellen, zelf conclusies te trekken. Deze deels filosofische, deels emotioneel geladen benadering is niet alleen wat ik zelf wil, het is bovendien waarop docenten in hun wensen en hun feedback hebben aangedrongen.

Welke belangrijke veranderingen zouden in de toekomst van invloed kunnen zijn op dit vakgebied?

Eén diepingrijpende verandering is natuurlijk de klimaatverandering, die inmiddels akelig merkbaar is geworden, en die in de komende jaren ongetwijfeld verder zal toeslaan. Kijk maar naar figuur 3.1 van het Basisboek. Dat maakt de urgentie van internationale maatregelen evident, en ook wettelijke maatregelen binnen Nederland zijn dringend noodzakelijk. Politiek gezien hebben we wat dat betreft de wind tegen, en dat is tragisch, want een andere ontwikkeling is dat in Nederland, Europa en de VS politieke stromingen de overhand hebben gekregen die niet inzien, of willen inzien, dat het klimaat de absolute prioriteit nummer één zou moeten zijn van ieder beleid. Want als we het klimaat niet redden, dan gaat alles wat we verder nog nastreven sowieso kapot.
Een andere ontwikkeling die van grote betekenis is voor het vakgebied, is de doorgaande natuurverwoesting, onder meer in Nederland: denk onder meer aan de stikstofcrisis. Dat probleem illustreert dat een andere belangrijke trend van juridische aard is: de rechter dwingt overheden en bedrijven tot duurzame maatregelen, en dat is prima. Gelukkig is er nog meer goed nieuws, zoals de Biodiversity Strategy (BDS) en Farm to Fork (F2F), twee transities die onderdeel uitmaken van de EU Green Deal. In het boek vertel ik daar uitgebreid over.
Daarnaast is er een economische ontwikkeling die deels heel positief is. Meer en meer bedrijven maken serieus werk van ESG: Environmental, Social, Governance, zeg maar de ondernemingsbenadering van Planet, People, Profit. De toepassing van duurzame energie groeit snel, ondanks het negatieve politieke beleid, doordat de kostprijs van met name wind- en zonne-energie snel daalt. Dat is voor velen een verrassende ontwikkeling, die je kunt zien in figuur 3.10, die overigens ook toont dat kernenergie veel duurder is dan veel mensen denken.

Wat zijn volgens u de belangrijkste vaardigheden die studenten moeten ontwikkelen in dit vakgebied?

In het slothoofdstuk komt het competentiemodel voor duurzaamheidsvaardigheden ter sprake, genaamd RESFIA+D. Dat is een methode die ik in het kader van mijn promotieonderzoek heb ontwikkeld. Dat bevat zes algemene vaardigheden, in het Engels afgekort tot RESFIA: Verantwoordelijkheid, Emotionele intelligentie, Systeemoriëntatie, Toekomstoriëntatie, Persoonlijke betrokkenheid, Actievaardigheid. Daarnaast is er een groot aantal disciplinaire vaardigheden (‘+D’), waarvan het boek een aantal voorbeelden geeft. RESFIA+D is op diverse manieren toe te passen. Zo kunnen studenten, maar ook docenten en andere professionals, hun persoonlijke duurzaamheidscompetenties bepalen met behulp van een assessment, waarin ook ambities voor een toekomstig professioneel groeiproces worden gekozen. Een college over RESFIA+D is online te bekijken.
Alle hulpmiddelen die nodig zijn voor een RESFIA+D-assessment kunnen direct gedownload worden. Dat geldt ook voor een andere toepassing, namelijk de (her)ontwikkeling van het curriculum van een Bachelor-, Master- of PhD-opleiding. Een andere belangrijke kwaliteit van duurzaam competente professionals is: leiderschap. Daarom heb ik een Leiderschapstest ontwikkeld, die eveneens gedownload kan worden.
Daarnaast heb ik een flinke verzameling andere accessoires voor het boek gecreëerd, waaronder: voor ieder hoofdstuk een powerpointpresentatie en een samenvatting; een aantal computerprogramma’s die in het boek gebruikt worden; een uniek compleet overzicht van de 17 SDG’s inclusief hun 169 targets en 232 indicatoren; en nog veel meer. Al die hulpmiddelen vormen, samen met boek, een zeer complete onderwijsmethode die het de docent aangenaam maakt om onderwijs voor duurzame ontwikkeling te verzorgen. Ze kunnen allemaal vrijuit gedownload worden. Ik heb alles gratis beschikbaar gesteld, omdat duurzaamheid te belangrijk is om achter een betaalmuur te verbergen.
Natuurlijk kost het boek zelf wel geld, maar de uitgever en ik hebben de aanschafprijs zo laag mogelijk gehouden, door zowel de eindnotenlijst als de bibliografie alleen online te plaatsen, dus niet in het boek: dat scheelt pakweg 150 pagina’s, waardoor het boek goed betaalbaar is gebleven.
Ik vind dat noodzakelijk, want we hebben echt iedere professional nodig om bij te dragen aan duurzame ontwikkeling: dat is de boodschap die ik al 34 jaar breng, in mijn boeken, lezingen, cursussen en gastcolleges. Alleen zo kunnen we de grote wereldproblemen overwinnen en een gezonde, leefbare samenleving tot stand brengen: voor onszelf, en vooral voor onze kinderen, klein- en achterkleinkinderen. Die professionaliteit ontstaat niet vanzelf. Dat is de reden waarom het onderwijs zo’n cruciale rol heeft.

Wat beschouwt u als de kernboodschap of het belangrijkste leerdoel van dit boek?

De kernboodschap is: durf te dromen! Geef niet op, wanhoop nooit, want als wanhoop de overhand krijgt, gaat het fout. Ook al hebben we wellicht de schijn tegen, nu er veel misgaat: we hebben echt nog alle kans om de grote wereldproblemen aan te pakken. Droom van een betere toekomst, droom vooral als je wakker bent: benut de kennis en de inzichten die je deels dankzij het Basisboek Duurzame Ontwikkeling verkrijgt, en deels ook uit tal van andere bronnen, en zet je met je hele wezen in voor een betere wereld: als burger, als consument, en bovenal als professional of student. Leg, bijvoorbeeld tijdens de diploma-uitreiking van je Bachelor- of Masteropleiding, de Belofte af waarmee het boek eindigt en die je ook online kunt vinden. Een hoopgevend signaal is kortgeleden afgegeven door de krachtige netwerkorganisatie MVO Nederland: die gaat deze Belofte binnenkort opnemen in een online Register, waar iedere professional en iedere student de Belofte publiekelijk kan afleggen. Dat is een prachtige ontwikkeling, die het maatschappelijke effect van het Basisboek zal versterken.