« terug naar alle interviews

Interview Machteld de Jong en Huub Nelis

Jullie hebben kortgeleden het boek ‘Begrijp je me echt?’ geschreven en wij zijn hier dan ook erg benieuwd naar. Kunt u ons wat vertellen over uzelf en uw carrière tot nu toe?

Machteld de Jong : is lector Diversiteitvraagstukken bij hogeschool Inholland en al ruim 25 jaar werkzaam in het hoger onderwijs. Als docent en onderzoeker en werkt tevens voor het ministerie van OCW op het thema stagediscriminatie. Als eerste generatie hoogopgeleide in de familie ervoer ze hoe belangrijk onderwijs is in het ontwikkelen van gelijke kansen en ziet voor zichzelf hierin een belangrijke rol weggelegd. Via het geven van onderwijs en door het doen van onderzoek. Ze is gepromoveerd aan de VU op identiteitsvorming van hoogopgeleide Marokkaans Nederlandse jongeren.
Huub Nelis : is directievoorzitter van MBO College Zuid (ROC van Amsterdam-Flevoland) en oprichter van bureau Youngworks, gespecialiseerd in jongerenonderzoek en communicatiestrategie. Bij het ROC is hij verantwoordelijk voor de inclusie portefeuille Diversiteit Inclusie en Toegankelijkheid (DIT).
Machteld en Huub schreven eerder samen ‘Help, onze school is gekleurd’.

Wat is de voornaamste reden geweest om deze nieuwe titel op de markt te brengen?

‘Begrijp je me echt? Inclusief denken en lesgeven in het primair onderwijs’ is de praktische uitwerking van ‘Help. Onze school is gekleurd’. Het is bedoeld voor Pabo-studenten en geeft niet alleen een theoretische onderbouwing van thema’s rondom inclusief onderwijs, maar biedt ook heel veel praktische opdrachten waarin studenten op zichzelf en op ervaringen in het onderwijs reflecteren.

Op welke manier heeft uw eigen werkervaring het schrijfproces beïnvloed?

Het werken in het onderwijs met studenten beïnvloedt zeker het schrijfproces. Door onze onderzoeken en door het lesgeven aan studenten ervaar je waar ze in hun studie en tijdens hun stage tegenaanlopen. Of dat nu gaat om eerste leservaringen, omgaan met ‘anders zijn’ of hoe je een goede teamdynamiek tot stand brengt, door naar hun verhalen te luisteren kun je heel goed inschatten waar deze studenten behoefte aan hebben wat betreft het vergroten van hun kennis en praktische vaardigheden.
De HSF-methode is een praktische methode en zo eenvoudig, dat een training nodig is om eerst het een en ander af te leren.

Wat is de wijze waarop de onderwerpen die in uw boek behandeld worden, zijn geselecteerd?

We hebben ‘Help. Onze school is gekleurd!’ als uitgangspunt genomen. Dit boek biedt een toegankelijk inzicht in de situatie binnen het onderwijs in diverse contexten. De leergang is een praktische uitwerking ervan en gaat in op de veranderende onderwijscontext, het omgaan met complexe situaties in de klas, het tot stand brengen van sociaal-emotionele verbindingen met leerlingen en gaat in op de nieuwe rol voor docenten en de wijze waarop je in de huidige context goed onderwijs geeft.

Informatie veroudert snel, iets wat nu relevant is kan morgen achterhaald zijn. Hoe heeft u ervoor gezorgd dat alle informatie actueel en relevant is voor het vakgebied?

Enerzijds door de laatste onderzoeken en inzichten toe te passen en anderzijds is dit boek tot stand gekomen door een veelheid aan gesprekken met docenten en studenten zodat je ook vanuit de praktijk hoort wat er speelt en leeft vanuit het perspectief van docenten en studenten.

Op welke manier kunnen docenten ervoor zorgen dat studenten de theorie van uw boek op een zo efficiënt mogelijke manier kunnen toepassen?

Het boek zorgt ervoor dat naast een uitleg van de theorie er direct een koppeling wordt gemaakt met de denk- en leefwereld van studenten. Ze passen de theorie dus direct toe waardoor deze beter toegankelijk is.

Welke belangrijke veranderingen zouden in de toekomst van invloed kunnen zijn op dit vakgebied?

We zien dat de bezuinigingen op het onderwijs een grote impact hebben op de wijze waarop het onderwijs wordt ontwikkeld en hoe studenten worden opgeleid. Het is belangrijk onderwijs te blijven zien als een van de belangrijkste plekken waar kinderen en jongeren samen komen, elkaar ontmoeten, van elkaar leren. En daarmee hangt samen dat docenten goed moeten worden gefaciliteerd en hun lesmethoden baseren op wetenschappelijk bewezen onderzoeken.

Wat zijn volgens u de belangrijkste vaardigheden die studenten moeten ontwikkelen in dit vakgebied?

Het is belangrijk dat studenten enerzijds leren hoe ze goed kunnen lesgeven, op zo’n wijze dat de talenten van alle kinderen worden gestimuleerd. Daarnaast is het belangrijk dat studenten op de hoogte zijn van verschillen in de leefwereld van de kinderen die ze in hun klas hebben om betekenisvolle verbindingen te kunnen maken.

“Kennis hebben van de leefwereld van de kinderen aan wie je lesgeeft en jouw eigen levensverhaal vormen de basis om een goede leraar te worden.”

Wat beschouwt u als de kernboodschap of het belangrijkste leerdoel van dit boek?

De belangrijkste boodschap uit ons boek is dat kennis hebben van de leefwereld van de kinderen aan wie je lesgeeft en kennis hebben van jouw eigen levensverhaal de basis vormen om een goede leraar te worden. Uiteraard naast de theoretische, pedagogische en didactische kennis waar je als leraar over moet beschikken. Het gaat erom dat je leert om theoretische kennis, sensitiviteit en vaardigheden te ontwikkelen om een goede leraar te kunnen zijn in een heel diverse onderwijscontext.

Zijn er andere onderwerpen die u in een toekomstig boek zou willen onderzoeken of ontwikkelen

We zien dat er voortdurend nieuwe vraagstukken het onderwijs binnenkomen. Het onderwijs is immers een minisamenleving. Wij zouden willen blijven onderzoeken wat de impact is van een diverse samenstelling binnen de onderwijscontext op de kennis en vaardigheden die leraren nodig hebben om goed les te kunnen geven en de talenten van alle leerlingen zichtbaar te maken.