Verwondering om woorden, verbazing om het verbale. De Nederlandse taal is magisch. In Hebba Nolla deelt Frank van Pamelen zijn fascinatie voor de veelzijdigheid van het Nederlands. Met zijn gekantelde kijk geeft hij commentaar op stoempend wielerjargon, politieke vertroebeltrends en wonderlijk dialect. Spierballentaal, wartaal, Neandertaal, geen vorm is veilig. Met humor en hartstocht verklaart hij verkleineerwoorden, fileert hij stippen op horizons en ventileert hij zijn palindroomdromen. Behandelt hij grafschriften en graptoniemen. Honing is een bijwoord, dijkenklei is poëzie en ‘klopt als een bus’, dat klopt voor geen meter. Hebba Nolla is een vrolijke ode aan de tover van de taal.