De absolute werkelijkheid / druk 1

in het licht van eeuwenoude religieuze tradities

Voorzijde
Achterzijde

Niet beschikbaar

Hoe komt het dat de één succesvol is en de ander altijd onder de middelmaat blijft? Dat de één een levensbedreigende ziekte krijgt en de ander ver in de tachtig wordt en nog nooit een dokter heeft gezien? Dat sommigen huppelend door het leven gaan, terwijl anderen voortdurend worden gehinderd door ontwrichtende levensangst?

Wie niet (meer) in God gelooft, zoekt het antwoord op deze vragen in kennis. Sinds de filosofische verlichting moet deze kennis bewezen kunnen worden, anders is zij geen waarheid. De zoektocht naar kennis moet zich dan ook strikt binnen de materiële vierdimensionale werkelijkheid afspelen. Toch hebben velen de ervaring dat er diep in de mens ook kennis aanwezig is. Deze is niet verifieerbaar, maar maakt wel degelijk deel uit van de werkelijkheid.

Soms komen ideeën, inzichten en beslissingen die cruciaal zijn, zomaar en plotseling tevoorschijn - alsof ze uit een andere werkelijkheid opkomen. Een werkelijkheid die de materiële werkelijkheid doordringt. We kunnen ons leven leiden zonder een vermoeden te hebben van het bestaan ervan, maar zij kan zich ook aandienen in de gedaante van een topervaring, ook wel religieuze ervaring genoemd. Of in de vorm van een bijna-doodervaring. Zij die dit hebben meegemaakt, ervaren dit als de absolute werkelijkheid.

In dit boek neemt de wiskundige theoloog Jaap Dijkstra de vierdimensionale werkelijkheid als uitgangspunt voor zijn zoektocht naar de absolute werkelijkheid. Dit doet hij op een zo logisch mogelijke wijze en in het licht van eeuwenoude religieuze tradities.