Stedelijke vernieuwing / stadsvernieuwing / Sanering / druk 1

Voorzijde
14,95
Vandaag besteld,
maandag verzonden
+
Bestel

Printuitgave editie 1994,

Eind jaren zestig komen voor het eerst de

problemen in het bestaand stedelijk gebied

op de beleidsagenda te staan. Het beleidsdenken

heeft sindsdien drie contrasterende

beleidstheorieën over 'stadsvernieuwing'

voortgebracht: Sanering & Reconstructie, de

'Klassieke' Stadsvernieuwing en Stedelijke

Vernieuwing.

Elk van deze concepten domineerde in een

bepaalde periode het beleidsdenken over de

verstedelijking. Dit boek probeert de opkomst

en neergang van' deze stadsvernieuwingsconcepten

te beschrijven en verklaren in

relatie tot de dynamiek in het beleidsdenken

over de ruimtelijke ordening in de periode'

van 1965 tot heden. '

Beleidswetenschappelijk vertrekpunt is

het beleidsvertoog of de beleidstheorie die

beleidsmakers ontwikkelen-en hanteren bij

de beleidsvorming. Uitgangspunt is, dat niet

zozeer de kwaliteit van de empirisch wetenschappelijke

kennis over het beleidsterrein in

kwestie, maar de krachtsverhoudingen tussen

groepen actoren, die een bepaalde beleidsfilosofie

delen, bepalen welke beleidsfilosofie

de beleidsvorming zal domineren.

Het eerste deel analyseert de overgang

van Sanering & Reconstructie naar de 'Klassieke'

Stadsvernieuwing.

Het tweede deel de neergang van de

'Klassieke' Stadsvernieuwing en de ontwikkeling

van de Stedelijke Vernieuwing tot het

dominante concept in beleidsdenken.

Een interessante conclusie is, dat het

stedelijke vernieuwingsvertoog als type

beleidsvertoog verschilt van de twee voorgaande

concepten, omdat het elementen van

contrasterende beleidsfilosofieën, die vanuit

elk van deze benaderingen logisch tegengesteld

zijn, bijeen brengt in één nieuwe

beleidstheorie.

Dit kan betekenen, dat scheidslijnen tussen

gevestigde politieke doctrines, zoals die

tussen liberalisme en socialisme, een andere

en minder grote rol spelen in het beleidsdenken

van de jaren '90.

Het boek geeft naast de toepassing van

een specifieke beleidswetenschappelijke

benadering ook een beknopt overzicht van

ruimtelijke ordening en stadsvernieuwing in

de afgelopen 30 jaar. Het is daarom van

belang voor medewerkers en studenten in

zowel de politicologie, beleidswetenschappen

en bestuurskunde, als de planologie, ruimtelijke

planning, stedenbouw en bouwkunde.

Vanwege de bijzondere visie op hun

werk, is het ook interessant voor beleidsmakers

op het terrein van ruimtelijke ordening

en stadsontwikkeling.

De studie is verricht in het kader van het

onderzoeksproject 'Volkshuisvesting en stadsvernieuwing:

tussen overheid en markt' van

de vakgroep Volkshuisvesting & Stadsvernieuwing

van ,de faculteit Bouwkunde van de

Technische Universiteit te Delft