Het verhaal beschrijft het dagelijkse leven door de jaren heen, in een dorpje aan de Maas in Zuid-Limburg. De bewoners van het dorpje zijn de auteurs in het verhaal en beleven stuk voor stuk goede en slechte ervaringen. De hoofdpersoon is Tom, die vanuit het perspectief van de verteller aankijkt tegen de gebeurtenissen in zijn dorp. Deze gebeurtenissen, de beschrijving van de natuur en van het landschap in de Maasvallei zullen ingewijden bekend voorkomen.

Het is omstreeks 1900, ergens in midden Drenthe. Het leven is zwaar, hard werken en veel armoede. Toch genieten Gart en Geesje zichtbaar op hun trouwdag. Ze zijn dol op elkaar en ondanks het zware leven zien ze de toekomst positief tegemoet.

De eerste jaren zijn dan ook goed, er worden drie gezonde kinderen geboren, een meisje en twee jongens. Toch loopt het uiteindelijk anders dan ze zich hadden voorgesteld. Op te jonge leeftijd komt Geesje te overlijden. Een groot verlies, de klap komt har...