Kippetje Tok vindt op een dag een tarwekorrel en wil hem gaan planten, maar niemand wil hem helpen. De kat niet, het varken niet, de eend niet en ook de gans niet. Dan doet zij het maar zelf.

Als juf nijn een dansje leert, kan nijn niet wachten tot ze thuis is om het ook aan vader en moeder pluis te laten zien. Vader en moeder vinden het zo leuk, dat ze spontaan mee gaan dansen. Ook de anderen aan wie nijntje haar dansje voordoet, zijn erg enthousiast: tante trijn, opa en oma pluis, oom vliegenier en ook boris en barbara beer, betje big en knorretje.

Nijntje gaat lekker buiten spelen: een stukje wandelen naar de eendjes, naar de speeltuin met vader pluis en samen met haar vriendinnen overgooien met de bal. En wat doet nijntje in de speeltuin?

Twee kladderkatjes, Wijsneus en Grijsneus, houden erg van schilderen. Het leukst vinden ze het om nieuwe kleuren te maken. Alle kleuren hebben ze al gemaakt. Behalve groen. Maar hoe maak je groen...

Het eigenwijze eendje gaat op zoek naar iemand die met hem wil wandelen. Hij komt allerlei dieren tegen maar niemand wil met hem wandelen. Dan is het etenstijd en is het eigenwijze eendje de weg kwijt.