Jennie, Tuur, Ivo en Wieke spelen in de zandbak. Opeens vinden ze een dode vogel. Van schrik rent Jennie naar huis.

“Jennie is een bangerik!” joelen de andere kinderen.

Zelfs op school plagen ze haar.

De juf grijpt in.

Ze vraagt de kinderen op te schrijven wat ze eng vinden. Dan blijkt dat alle kinderen wel ergens bang voor zijn. Ook grote mensen!

Als je dat van jezelf weet, hoef je een ander ook niet meer te plagen.

Verona is een vrolijke koe. Twee keer per dag komt boer Bo haar melken. Heerlijk! Ze kan ook iets heel bijzonders. Verona bedenkt dingen die niet kunnen. Oranje melk, blauw gras, een groene zon.

Ook andere dieren gaan het proberen en beleven prachtige avonturen.

Kan boer Bo dat eigenlijk ook? Die is vaak zo somber. 'Probeer het maar eens,' zegt Verona.

En wat er dan met boer Bo gebeurt ...

It dolfyntsje Lara wol sa graach yn de kleuren fan de reinbôge swimme.

Se freget oan har freontsjes hoe’t dat moat.

Reno leart har dat se de kleuren op ’e boaiem fan de see fynt.

En Fiola leart har dat se o sa heech springe kin, as se dat hiéééééél graach wol.

Noch heger as de wolken.

Dit is een boek vol vreemde wezens uit het heelal.

Zouden ze echt bestaan? De kosmos is ontzettend groot, met ontelbaar veel sterren en planeten. Daar wonen vast ook aliens.

Wonderlijke wezens, groot, klein, met rare hoofden, veel ogen of juist maar één, soms ook meerdere poten, benen of armen, zoals je ziet in dit boek. Maar ze missen vrolijke kleuren. Wil jij ze helpen?

Met potlood, viltstift of krijt kun je ze inkleuren. Daar worden onze ruimtevrienden vast heel blij van.

Op de lege ...

Sijmen Slak is trots op zijn huis.

Vooral op de buitenkant.

Binnen is het maar saai. Er moet iets moois, iets fijns in komen, vindt Sijmen.

Maar waar vind je dat?

In het bos komt hij zijn vrienden tegen. Hij kan ze niet alleen helpen met hun problemen, hij krijgt zelfs antwoord op zijn vraag.

Zijn slakkenhuis raakt voller en voller.

Iemand helpen is mooi, maar is het ook goed voor Sijmen zelf?

Hij komt haast niet meer vooruit ...

Gelukkig heeft de nachtuil een oplossing.

En dan komt er zelfs nóg een...

Remus schept altijd op dat hij zo groot en sterk is. Maar de andere muizen luisteren daar al niet meer naar. Daarom besluit hij op een dag iets te doen waar ze vast van opkijken. Hij maakt een ladder en klimt dan in een hoge boom. Maar de ladder waait weg en de andere muizen hebben hem niet eens gezien. Gelukkig kijkt de maan wel naar Remus. En die leert hem iets waar hij heel blij mee is. Vanaf die dag zijn de muizen trots op Remus, die zelfs met de maan kan praten.

Ferona is in fleurige ko. Twa kear deis komt boer Bo om har te melken. Hearlik! Se kin ek wat hiel bysûnders. Ferona betinkt dingen dy’t net kinne. Oranje molke, blau gers, in griene sinne.

Oare bisten probearje it ek en belibje sa prachtige aventoeren.

Kin boer Bo dat einliks ek? Dy is faak sa somber. ‘Besykje it mar ris,’ seit Ferona.

En wat der dan mei boer Bo gebeurt …